Interview
26 januari 2023

Interview: ‘Focus met mooie noordelijke nuchterheid’

Waarom hebben we ooit een XDS-netwerk met alle noordelijke ziekenhuizen opgezet? En hoe zien we de digitale gegevensuitwisseling van de toekomst eigenlijk voor ons? We spraken met Wietske Wartena, stafadviseur ICT bij het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) en Gerard van Kernebeek, senior projectmanager bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) over het verleden en de toekomstplannen die zijn vastgelegd in het programmaplan Data delen Medisch Specialistische Zorg Noord-Nederland. “We hebben met elkaar focus weten aan te brengen, het is een plan geworden met mooie ambities en noordelijke nuchterheid.” Ook Leendert Nooitgedagt en Douwe Idzinga, respectievelijk programmamanager en projectleider bij GERRIT, sloten aan bij het gesprek.

Waarom eigenlijk een programmaplan Data delen medisch specialistische zorg?

Wietske: “We willen samenwerken in de regio, XDS is een belangrijk middel voor die samenwerking, al sinds 2013. Er zijn veel ontwikkelingen, er komt veel op ons af. Waar zet je dan op in, en waar niet? Na onderzoek bleek dat we te maken hebben met een ‘veelkoppig monster’. Die hebben we met dit plan bedwongen: van een brede opdracht gaan we naar focus en richten we ons op uitwisseling van data en patiëntgegevens binnen de medisch specialistische zorg.”

Bedwingen van een veelkoppig monster

Gerard vult aan: “Er is veel beweging, in onze regio en ook daarbuiten. Ook leveranciers zitten niet stil en ontwikkelen eigen platformen om digitaal gegevens uit te wisselen. Maar de ontwikkelingen zijn allemaal nog niet zover dat wij als Noord-Nederland er iets mee kunnen. We staan dan ook voor 100 procent achter de projecten en ontwikkelingen die we bedacht hebben en in het programmaplan hebben opgenomen.”

De focus ligt volgens Leendert en Douwe niet alleen op XDS. “XDS is een middel, waar het om gaat is: hoe wil je samenwerken binnen de medisch specialistische zorg? Wat willen we met elkaar bereiken, waar hebben we elkaar nodig? Dit programma voorziet daarin. In het Noorden is een goede, regionale samenwerking tussen de ziekenhuizen en met GERRIT. Er zijn plannen voor een regionale zorgviewer, de eerste stappen op weg naar realisatie zijn gezet, maar die ambitie ligt verder in de toekomst. Gebruik wat je nu al hebt, breid dat uit en verbeter het, mét elkaar.”

Dit programmaplan richt zich op de periode tot 2026. Wat hebben we dan met elkaar bereikt?

“Over vier jaar hebben we veel van de beschreven doelen* bereikt. We hebben ons verbaasd over hoe de wereld is veranderd en hoe deze tegelijkertijd helemaal niet wezenlijk anders is geworden”, aldus Wietske. “En waarschijnlijk zijn er in die vier jaar ook weer andere ontwikkelingen langsgekomen, waarvan de één succesvoller was dan de andere.

Leendert: “Is de dokter over vier jaar blij omdat hij of zij alle benodigde informatie op het juiste moment inzichtelijk heeft? Dan hebben we ons werk goed gedaan. “ Wietske vult aan: “En is zijn assistente ook blij? Want dat zijn degenen die meestal alle informatie moeten verzamelen.”

Is de dokter over vier jaar blij? En zijn assistente ook? Dan hebben we het goed gedaan

Het programmaplan richt zich daarom óók op het verbeteren van processen en verbeteren van ondersteuning van bijvoorbeeld assistenten of administratieve personeelsleden op een poli. Met de personeelstekorten in de zorg móet je processen anders organiseren. Techniek kan daarbij helpen. “In dit programma komen– zoals de meeste organisaties van GERRIT gewend zijn – alle lagen van interoperabiliteit aan bod.. Dus niet alleen op een technische oplossing, maar ook op beleid, processen en organisatie”, aldus Leendert.

Dit plan richt zicht op de medisch specialistische zorg en dus de ziekenhuizen?

Gerard: “We dromen met z’n allen groot, alleen moeten we soms eerst kleine stappen maken. En met elkaar ook blij zijn met alle kleine stappen die we kunnen maken. Ik denk dat we steeds meer over de grenzen van de ziekenhuiswereld gaan kijken. Maar ook dat gaat niet in één keer. Juist door focus aan te brengen, kunnen we nu met elkaar de gegevensuitwisseling verbeteren en dat op termijn verder brengen dan alleen de ziekenhuizen.”