“De vergrijzing neemt toe en tegelijkertijd willen we langer zelfstandig thuis blijven wonen. Dat vergt een omslag in hoe we de zorg organiseren met elkaar. Vroeger dachten we in hokjes: je ging eerst naar de huisarts. Werd het ingewikkelder, dan ga je door naar het ziekenhuis en is de zorgvraag langdurig dan komt een VVT-instelling om de hoek kijken. Je ziet dat dit steeds meer vervaagt, we gaan steeds meer in ketens denken. Richt daar de zorg – ook naar de toekomst toe – beter op in.”
In dit jubileumjaar van GERRIT – we bestaan een kwart eeuw! – zetten we regelmatig een onderwerp of participantengroep in het zonnetje. In maart en april zijn dat de langdurige zorg en VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg). Wat speelt er op dit moment binnen jullie eigen organisatie en hoe ziet de toekomst van de zorg eruit? We gingen erover in gesprek met Gerben Krewinkel, manager Care bij Treant Zorggroep.
De zorg wordt complexer
Krewinkel is sinds januari manager Care bij Treant Zorggroep, daarvoor vervulde hij de functie van manager ICT bij deze organisatie. Kijkend naar de toekomst van de zorg ziet Krewinkel de zorg veranderen door vergrijzing, langere levensverwachting en mensen die langer thuis willen wonen. Tegelijkertijd neemt de comorbiditeit toe. “Ouderen mensen hebben steeds vaker meer dan één aandoening. Dat maakt dat de verzorging steeds complexer wordt. We zien ook een shift: welzijn is belangrijker dan genezing. Het koste wat kost iemand willen genezen of laten herstellen is niet meer het leidend principe.”
Om de toenemende complexiteit de baas te kunnen zijn er volgens Krewinkel drie belangrijke ontwikkelingen te onderscheiden: “Betrokkenheid bij opleidingen, de zorg anders inrichten en zorginnovatie.” Een andere manier van opleiden is noodzakelijk. In zogenoemde ketenstages maken studenten in korte tijd kennis met allerlei facetten van de ziekenhuis- én ouderenzorg.. “Als zorgaanbieder willen we dus betrokken zijn en blijven bij de opleidingen. Meepraten en meedenken om de opleidingen nog beter aan te laten sluiten bij de veranderende praktijk.”
Netwerkzorg en zorginnovatie
Bij de zorg anders inrichten denkt Krewinkel aan netwerkzorg en alle facetten die daarbij horen: “Waarom doen wij niet dat ene stukje dat nu door andere zorgaanbieders wordt gedaan en vice versa? De zorg kent nu nog hokjes: eigen coderingsstelsels, financieringsregels. Dat kan niet op deze manier blijven voortbestaan. We kijken steeds meer vanuit de behoefte van de patiënt of cliënt en proberen alle zorgverlening daaromheen te organiseren. We moeten dus veel meer in netwerken gaan denken, ketenzorg, regionale samenwerkingen en crossover-platforms.”
Als derde belangrijke ontwikkeling signaleert Krewinkel innovatie in de zorg. In de langdurige zorg wordt al veel gebruik gemaakt van digitale middelen. “Alarmbellen, bewegingsmelders, die worden al heel lang toegepast. Maar domotica is tot nu toe vaak gericht op de beperking: een cliënt moet binnen blijven. Eigenlijk zou je toe willen naar domotica 2.0. Hoe kun je thuismonitoring en andere technologieën slimmer inzetten om juist zovéél mogelijk ruimte en vrijheid te geven aan een bewoner? Dat vergt een stukje omdenken.” Daarnaast kan slimme monitoring helpen om mensen langer zelfstandig thuis te laten wonen. “En de opgedane kennis op de ene locatie moet worden gedeeld binnen de gehele organisatie. Of beter nog: binnen de hele keten. Als de data goed verzamelt, levert dit vele inzichten op die de zorg beter kunnen maken. Je kunt er bijvoorbeeld gedragspatronen mee herkennen. Dat niveau heeft het nu nog niet.”
Wat is er nodig?
Wat heeft de zorg op het gebied van ICT en digitalisering nodig om klaar te zijn voor deze toekomstige ontwikkelingen? Krewinkel: “Er is steeds meer aandacht voor ICT en e-health-oplossingen. Scholing van onze zorgmedewerkers om te leren werken met e-health oplossingen helpt om een volgende stap te zetten. Ik zie daar niet alleen een taak voor ons als werkgever, maar zeker ook in de stap daarvóór. Opleidingen in de verzorging, verpleegkundige en geneeskunde zouden ook veel meer moeten investeren in de digitale tak.”
Daarnaast is integratie van zorgsystemen noodzakelijk. “Daarin is echt nog een slag te slaan. Veel technologie is er al wel, maar staat nog teveel op zichzelf. En hoeveel technologie er ook voor handen is: menselijk contact blijft het allerbelangrijkste. Welzijn, persoonlijke aandacht. Niet alleen voor onze cliënten maar ook voor ons personeel. We streven ernaar dat onze medewerkers nét zo gelukkig zijn als onze bewoners.”