Interview
05 februari 2021

‘De schouders van de huisartsenpraktijk breder maken’

“Over tien jaar staan de kernwaarden van het huisartsenvak nog steeds als een huis: persoonsgerichte zorg, met een integrale blik, laagdrempelig en dichtbij de patiënten. Maar we gaan het wél anders organiseren: veel meer in netwerken en vergaande samenwerkingen met andere zorgverleners”, aldus huisarts Karin Groeneveld.

Karin Groeneveld interview GERRITIn dit jubileumjaar van GERRIT – we bestaan een kwart eeuw! – zetten we elke maand een onderwerp of participantengroep in het zonnetje. In februari zijn dat de huisartsen. Vijfentwintig jaar geleden stonden de Friese huisartsen mede aan de wieg van GERRIT. Welke ontwikkelingen staan de huisartsen de komende tien jaar te wachten? We gingen erover in gesprek met Karin Groeneveld, huisarts in Lemmer en voorzitter van de Friese Huisartsenvereniging en Martijn van der Werff, bestuurder van Dokterszorg Friesland.

Rol huisarts cruciaal

In Friesland is er een tekort aan huisartsen. Hoe kijken Groeneveld en Van der Werff hier tegenaan? “Huisartsopvolging of het vinden van ander zorgpersoneel voor de praktijk, dat is een issue. Maar al zouden we nu een buslading huisartsen erbij krijgen, al zou er geen enkele vacature open staan, dan nóg hebben we een uitdaging om de zorg behapbaar te maken en houden.”

Bredere schouders

De oplossing? Het faciliteren van de huisartsenpraktijken en veel meer samenwerken met anderen. Groeneveld: “Dat organiseer je niet in een dag. In sommige regio’s gebeurt het al, is er al sprake van netwerkzorg.” Zij voorziet een verbreding van die samenwerking in de komende jaren, bijvoorbeeld ook richting het sociale domein en welzijnsdomein. “Op die manier kun je de schouders van de huisartspraktijk breder maken.” Van der Werff: “Ook Dokterszorg speelt hierin een rol, bij de ondersteuning rondom praktijkvoering bijvoorbeeld.”

Samenwerking is dus key, nu en in de toekomst. “Voorheen deden zorgverleners allerlei prachtige dingen, maar ze deden het op hun eigen eilandje. In samenwerking is echter meer te bereiken en kun je efficiencyvoordelen behalen. Ik voorzie in de komende tien jaar echt verschuivingen op dat gebied. De huidige zorgstructuur wordt gekenmerkt door schotten, losse kaders, losse inkoop. Ik verwacht dat netwerksamenwerking echt gaat vliegen”, aldus Groeneveld.” Moet hier dan ook een andere manier van financieren tegenover staan? Van der Werff: “Daar wordt in het land al mee geëxperimenteerd, bijvoorbeeld populatiefinanciering. Maar ook dat heeft z’n eigen nadelen. Financiering volgt de organisatie.”

Korte lijntjes

Martijn van der Werff interview GERRITIn Friesland zijn de lijntjes in de zorg van oudsher kort; er is al veel samenwerking in de provincie. “Dat zien we ook in deze coronacrisis. We hebben elkaars telefoonnummer, kunnen bestuurders van ziekenhuizen, VVT of bijvoorbeeld Stichting GERRIT direct bereiken en het schakelt heel snel als je elkaar nodig hebt. Die korte lijntjes gaan ons helpen in versnelling ten opzichte van andere regio’s.”

Hoe heeft de coronacrisis de dagelijkse huisartsenpraktijk veranderd? Gaan alle huisartsen nu versneld digitaliseren? “De coronacrisis was een snelkookpan: in rap tempo werden er digitale middelen ingezet. Wat je uiteindelijk kúnt met digitale middelen, welke meerwaarde het biedt, dat valt tegen.” Groeneveld ziet meerwaarde in digitale triage voor de avond-, nacht- en weekenddiensten. “Maar een digidokter ter vervanging van alle huisartsen? Nee, dat zien we niet gebeuren. Digitale middelen zijn prima voor het laaghangend fruit, maar zodra we weer uit de lockdown zijn dan zal er toch weer veel fysiek contact zijn. Beeldbellen bijvoorbeeld: het levert beduidend minder informatie op dan wanneer je iemand in de praktijk ziet. Het is een beperking in je voelsprieten.”

Niet alles is te digitaliseren

Van der Werff geeft aan dat er een groep artsen was die echt digiminded was en digitaal koploper ten opzichte van de andere huisartsen. “We hadden verwacht dat zij hun praktijk nu in sneltreinvaart om zouden zetten naar nog veel meer digitaal. Maar dat gebeurt juist niet. Er zal altijd fysieke zorg zijn, de temperatuur van het badwater voel je toch het beste zelf. De coronacrisis heeft ons geleerd: niet alles is te digitaliseren.”